Het Spreekwoordendebat

DELEN VIA

Geschreven door: Nadine Hoen

In debatten komen vaak spreekwoorden voorbij om een boodschap kracht bij te zetten. Je zult politici horen over ‘van de regen in de drup vallen’, ‘blij maken met een dode mus’ en ‘een zwaluw maakt nog geen zomer’. Klinkt leuk, maar wat betekenen al die zegswijzen eigenlijk? En hoe kan jij ze inzetten om jouw argumentatie nog overtuigender te maken? Dat oefen je in het spreekwoordendebat! 

Duur: 15 – 20 minuten

Leerdoelen

  • Argumentatie versterken 
  • Creatief denken 
  • Kennis van spreekwoorden uitbreiden 
  • Voor (bovenbouw) havo/vwo en mbo 
  • Oefenen met ‘stijl’ (zie ook onze blog hierover!)

Stap 1

Kies een spreekwoord of gezegde om als stelling te gebruiken. Kies één die past bij het niveau van je leerlingen zodat ze snel kunnen begrijpen wat het spreekwoord inhoudt en er goed over kunnen debatteren. Kun je niet kiezen? Op de volgende pagina vind je een lijst van 31 spreekwoorden met uitleg wat ze betekenen. Kies het cijfer van de datum van vandaag, en gebruik het spreekwoord of gezegde dat erbij hoort!

Meer weten over het versterken van je presentatie? Kijk dan eens op ons YouTube-kanaal!

Stap 2

Deel de groep in tweeën in, links is vóór de stelling, rechts tégen en vertel dat ze drie tot vijf minuten krijgen om met hun eigen groepje argumenten te bedenken. En zet de zegswijze op het bord (eventueel met de betekenis erbij)! Herhaal voor de zekerheid welke groep voor is en welke tegen. Benadruk ook dat leerlingen vooral een vrije interpretatie mogen aanhouden, in dit debat bestaan geen foute argumenten.

Stap 3

Loop tijdens de voorbereiding áltijd even rond en vraag of ze iets kunnen bedenken. Laat vooral merken dat hun ideeën goed zijn. 

Stap 4

Jij als docent verdeelt de beurten en leerlingen gaan staan als ze iets willen zeggen; ze spreken dus pas als jij hen de beurt hebt gegeven. Loopt het debat wat stroef? Haal dan de argumenten die je hoorde tijdens de voorbereiding aan en help je leerlingen zo wat op weg. 

Laat het debat vijf minuten duren, of iets langer of korter. Stop altijd óp het hoogtepunt en niet erna. Sluit daarom niet af na een lange stilte, maar druk op de bel vlak na of in iemand zijn zin. Dan houdt iedereen een extra goed en plezierig gevoel over aan het debat en willen ze vast nog een keer.

Stap 5

Sluit het debat af met een groot applaus! Benoem met name wat je goed vond gaan, en herhaal grappige argumenten uit het debat. Vraag ook aan een paar leerlingen wat zij ervan vonden: ging het zoals ze hadden gedacht? Begrijpen ze nu beter wat de zegwijze inhoudt? 

Tip: Meer uitdaging? Dan hebben we twee andere ideeën: 1. laat je leerlingen dan zelf de ‘stelling’ veranderen van beleid naar waarde of andersom (hier lees je meer over hoe een beleid- en waardedebat verschillen). Of, maak er een 180-gradendebat van en laat de voor- en tegenstanders halverwege het debat wisselen!

Vervolg

Ga nu debatteren over een serieuze stelling. Daag de leerlingen uit hun geleerde zegswijze terug te laten komen in het debat. Heb je bijvoorbeeld gedebatteerd over water naar de zee dragen is zinloos’, voer dan daarna een serieus debat over de stelling ‘Leerlingen die hun afval laten liggen moeten worden beschoten met een waterpistool’. Het spreekwoord kan verbonden worden aan een leuke aandachtstrekker, uitsmijter, of een goede weerlegging! Zo weet je zeker dat de jury jouw woorden zal onthouden.

Lijst met spreekwoorden

Hier vind je een selectie van 31 spreekwoorden met uitleg. Deel zelf spreekwoorden uit, of laat leerlingen het spreekwoord kiezen wat bij hun geboortedatum hoort.

Bijvoorbeeld: als je op de 13e jarig bent, dan is jouw spreekwoord ‘spreken is zilver, zwijgen is goud’. 

1. Goede naam is beter dan goede olie. 

Een goede reputatie is beter dan veel geld. 

12. Honger is een scherp zwaard.  

Honger maakt van goede mensen misdadigers. 

23. Spreken is zilver, zwijgen is goud.

Soms is het beter te zwijgen.
2. Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald. 

Het is beter iets halverwege af te breken, als het een verkeerde onderneming blijkt te zijn. Of: Als iemand een misstap heeft begaan, is het beter als hij het niet doorzet. 

13. Men moet geen slapende honden wakker maken.  

Zwijgen over iets, om te voorkomen dat een autoriteit op het idee komt om er werk van te maken.

24. Men vangt meer vliegen met een druppel honing dan met een vat azijn.  

Een vriendelijk woord heeft meer effect dan een lange, boze tirade. 

3. Je moet geen goed geld achter slecht geld aangooien. 

Je moet geen geld besteden aan een zaak die niet meer in stand kan worden gehouden. 

14. Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding. 

Wie zich mooi aankleedt wordt daarmee zelf nog niet mooi. 

25. De draak heeft zijn eieren gelegd. 

Het onheil is geschied. 

4. Die het grootste hoofd heeft, moet de grootste hoed hebben. 

Iemand die het recht heeft op het grootste deel, moet dat ook krijgen. 

15. Holle vaten klinken het hardst. Ook: Holle vaten bommen het hardst. 

Mensen die de minste kennis ergens over hebben, verkondigen vaak het meest nadrukkelijk hun mening. 

26. Jong bier moet gisten. 

Kinderen hebben recht op plezier. 

5. Waar God een kerk bouwt, bouwt de duivel een café.  

Aan elk voordeel is een nadeel gekoppeld. 

16. Een schip op het strand, een baken in zee. 

Lering trekken uit andermans ongeluk; om te voorkomen dat hetzelfde ongeluk jou treft. 

27. Wie dan leeft, wie dan zorgt.  

Geen zorgen maken over de toekomst. 

6. Wie a zegt moet ook b zeggen. 

Als je eenmaal ergens aan begonnen bent, moet je het ook afmaken. 

17. Het gras bij de buren is altijd groener.

Bij een ander lijkt alles altijd beter te zijn. 
28. Waar gehakt wordt, vallen spaanders. 

Waar gewerkt wordt, gebeuren ongelukken 

 

7. De aanhouder wint.

Wie blijft proberen diens doel te bereiken, heeft uiteindelijk succes.  
18. Men kan geen omelet maken zonder eieren te breken. 

Soms moet men iets verliezen om een hoger doel te bereiken. 

 

29. Twee geloven op een kussen, daar komt (of slaapt) de duivel tussen.

Een paartje afkomstig uit twee verschillende religies, kan moeilijkheden verwachten. 

8. Het leven is net een krentenbol, met af en toe een hard stukje.  

Het leven is niet een en al geluk maar kent soms ook tegenslag. 

19. Met onwillige honden is het kwaad hazen vangen. 

Als iemand niet wil heb je er weinig aan. 

30. Er is geen koe zo bont, of er zit wel een vlekje aan. 

Niemand is perfect, iedereen heeft wel iets niet moois of iets waar hij niet zo goed in is. 

9. Een kinderhand is gauw gevuld. 

Met een kleinigheid tevreden zijn. 

20. Als de ene hand de andere wast, worden ze beide schoon.  

Elkaar helpen geeft beiden voordeel. 

31. Van dik hout zaagt men planken.  

Voortvarend maar niet al te nauwkeurig te werk gaan. 

10. Gelijke monniken, gelijke kappen.  

Iedereen die tot een bepaalde groep behoort moet ook gelijk behandeld worden. 

21. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. 

Een halve (slappe, laffe) oplossing maakt het probleem alleen maar erger. 

11. Of je nu rent als een haas of kruipt als een slak, nieuwjaar blijft op 1 januari.  

Voor iedereen verstrijkt de tijd even snel. 

22. Elk meent zijn uil een valk te zijn. 

Elke ouder denkt dat zijn kind het beste is. 

 

Personeelsfoto website Nadine

Geschreven door Nadine Hoen

Wist je dat we trainingen aanbieden aan docenten? Bekijk ze hier!

Debattraining

TRAINING VOOR LEERLINGEN/STUDENTEN

Debattraining

Onze debattrainingen in de klas – gegeven door jonge, enthousiaste en ervaren trainers – bestaan uit een korte uitleg en veel debatteren.

Start met debat - Waarom debatteren

DOE MEE!

Start nu met debat

Ben je al begonnen met debatteren in de klas? Wij geven drie tips om nu te starten met debatteren!